Sur la plage neerlandais

The exercise was created 09.01.2025 by Professeurlinda. Anzahl Fragen: 41.




Fragen wählen (41)

Normally, all words in an exercise is used when performing the test and playing the games. You can choose to include only a subset of the words. This setting affects both the regular test, the games, and the printable tests.

All None

  • we hebben geen nodig
  • elle est assise ze zit
  • au-dessus boven
  • elle a l'air de ze lijkt op
  • s'ennuyer zich vervelen
  • presque bijna
  • vide leeg
  • debout staand
  • à côté de naast
  • il vient de hij komt uit
  • se baigner baden, zwemmen
  • vas-y ga je gang
  • glacial-e ijskoud
  • en plus bovendien
  • ça c'est sûr #het is niet zo koud
  • une chaise longue een ligstoel
  • enthousiaste enthousiast
  • on n'a pas besoin de we hebben geen
  • on vient we komen
  • faire du camping kamperen
  • ça c'est sûr dat is zeker
  • elle est assise ze zit
  • au-dessus boven
  • elle a l'air de ze lijkt op
  • s'ennuyer zich vervelen
  • presque bijna
  • vide leeg
  • debout staand
  • à côté de naast
  • il vient de hij komt uit
  • se baigner baden, zwemmen
  • vas-y ga je gang
  • glacial-e ijskoud
  • en plus bovendien
  • il ne fait pas si froid que ça het is niet zo koud
  • ça c'est sûr #dat is zeker
  • une chaise longue een ligstoel
  • enthousiaste enthousiast
  • on n'a pas besoin de we hebben geen
  • on vient we komen
  • faire du camping kamperen

All None

(
Freigegebene Übung

https://spellic.com/ger/abfrage/sur-la-plage-neerlandais.12374246.html

)