Dutch 3 class 4 irregular words

The exercise was created 2023-02-14 by TereseH. Question count: 44.




Select questions (44)

Normally, all words in an exercise is used when performing the test and playing the games. You can choose to include only a subset of the words. This setting affects both the regular test, the games, and the printable tests.

All None

  • beginnen begon
  • begrijpen begreep
  • blijven bleef
  • brengen bracht
  • denken dacht
  • doen deed
  • dragen droeg
  • drinken dronk
  • eten at
  • gaan ging
  • geven gaf
  • hebben had
  • helpen hielp
  • houden hield
  • kiezen koos
  • kijken keek
  • komen kwam
  • kopen kocht
  • krijgen kreeg
  • kunnen kon
  • lachen lachte
  • laten liet
  • lezen las
  • liggen lag
  • lopen liep
  • moeten moest
  • mogen mocht
  • nemen nam
  • rijden reed
  • schrijven schreef
  • sluiten sloot
  • spreken sprak
  • staan stond
  • vergeten vergat
  • vinden vond
  • vragen vroeg
  • weten wist
  • willen wilde
  • worden werd
  • zeggen zei
  • zien zag
  • zijn was
  • zitten zat
  • zoeken zocht

All None

Shared exercise

https://spellic.com/eng/exercise/dutch-3-class-4-irregular-words.11418446.html

Share