Dutch 4 extra words

All None Save

• afhangen van to depend on
• antwoord geven op to give an answer to
• bang zijn voor to be afraid of
• belangstelling hebben voor to have interest in
• benieuwd zijn naar to be curious about
• besteden uit to consist of
• bezig zijn met to be busy with
• bezuinigen op to cut back on
• blijken uit as shown by
• dol zijn op to be fond of
• het eens zijn met to agree with
• gebruik maken van to make use of
• genieten van to enjoy
• geschikt zijn voor to be suitable for
• het hebben over to talk about
• op de hoogte zijn van to be up to date
• kunnen tegen to put up with
• kwaad zijn op to be angry about
• medelijken hebben met to feel compassion for
• moeite hebben met to have dificulty with
• overtuigen van to convince of
• profiteren van to take advantage of
• recht hebben op to have the right to
• rekening houden met to take into account
• slagen voor to succeed
• spijt hebben van to regret
• stemmen op to vote for
• trakteren op to treat to
• trek hebben in to feel like eating
• vergelijken met to compare to
• verlangen naar to long for
• zakken voor to fail
• zich zorgen maken over to worry about

All None Save